Vogelhospitaal in Haarlem helpt jonge vogels
Op het strand van IJmuiden hebben zeventig meeuwen, na een periode van herstel in het Vogelhospitaal in Haarlem, hun vrijheid hervonden. Voor veel van deze jonge vogels was het hun eerste ervaring in de natuur, en na een korte aarzeling voegden ze zich snel bij de bestaande meeuwenkolonie langs de pier.
De meeuw is een beschermde diersoort, wat voor velen misschien verrassend is. Volgens verzorger Annemarijn Sintenie is het aantal meeuwen echter sterk gedaald sinds de jaren tachtig. Dit komt door een afname van geschikte broedplaatsen. Zowel menselijke activiteiten als andere dieren, zoals vossen, spelen een rol in deze afname. “In de coronatijd zijn er veel paden door broedgebieden aangelegd, waardoor meeuwen vaker op daken gaan nestelen,” legt Sintenie uit.
Het Vogelhospitaal in Haarlem biedt onderdak aan gewonde en verwaarloosde vogels. Kuikens die alleen zijn achtergelaten of vogels die gewond zijn geraakt, worden daar opgevangen en verzorgd. De meeste vogels blijven gemiddeld drie maanden in het hospitaal, maar sommige hebben zelfs een herstelperiode van tot zes maanden nodig.
Twee verzorgers van het Vogelhospitaal maakten de reis van Haarlem naar IJmuiden om de zeventig meeuwen vrij te laten. Een bijzondere vogel had enkele maanden geleden zelfs een satéprikker door zijn lichaam gekregen, maar deze is volledig hersteld en weer klaar om te vliegen.
Toen de achterklep van de bus open ging, kwamen de meeuwen één voor één naar buiten en vonden hun weg naar de zuidpier in IJmuiden, waar ze zich bij de bestaande kolonie voegden. Het was een bijzonder moment voor zowel de verzorgers als de meeuwen, die eindelijk weer hun vrijheid konden ervaren.
